Boven het oerwoud vloog een draak, speurend naar eten. Hij
had een vreselijke honger en zijn maag knorde zo hard dat het leek of het
onweerde. Plotseling zag hij een aap lopen en hij dook onmiddellijk met een
sneltreinvaart naar beneden. Een aap. Hij droomde vaak van een broodje aap.
Heerlijk. Hij likte met zijn tong al langs zijn lippen.
De aap keek omhoog en zag de draak aan komen snellen. Er was
geen ontsnappen mogelijk. Hij moest nu slim zijn. Zijn leven hing ervan af.
De draak stond voor de aap en het blies stoomwolkjes uit
zijn neusgaten. Dat zou de aap leren. Oh, wat had hij toch een honger. Maar op
het moment dat hij zijn enorme bek opendeed om toe te slaan, schreeuwde de aap:
‘STOP’.
De draak klapte zijn kaken weer op elkaar en keek vol
verbazing naar de aap. De aap leek helemaal niet bang.
‘Er zit een monster in mij,’ zei de aap. ‘Als je mij opeet.
Zit het monster in jou en zal je dan van binnen helemaal leeg knagen.’
De draak lachte. ‘Ha, ha, wat een rotsmoes. Dat gelooft toch
niemand.’ Hij deed zijn kaken alweer wijd open. Hij had zo'n zin in een broodje aap.
De aap schudde zijn hoofd. ‘Als je me niet gelooft, dan kan
je het monster horen. Luister maar.’ En de aap deed zijn bek wijd open.
De draak leunde voorover om te luisteren.
Op dat moment liet de slimme aap een keiharde boer.
De draak schrok zo vreselijk, dat hij meteen wegvloog. ‘Je
hebt gelijk,’ brulde hij nog. ‘Ik hoorde een verschrikkelijk monster.’
vrijdag 1 maart 2024
Broodje-aap-verhaal
zondag 18 februari 2024
Grapje
'Help,' klinkt het ineens keihard in het bos. 'Help, ik val.'
Het kleintje suist met duizelingwekkende snelheid
vanuit de hoge boom kaarsrecht naar beneden en rolt holderdebolder over de
grond verder. Alles doet zeer en hij begint te huilen.
'Papa,' schreeuwt hij naar boven. 'Papa, ik ben
gevallen.'
Een stem van bovenuit de boom roept verschrikt naar
beneden.
'Jongen, wat is er gebeurd?'
Het kleintje kan alleen maar huilen.
'Hoor je mij, jongen?'
'Ja pap, ik hoor je goed.'
'Kan je nog kijken met je oogjes?'
'Ja pap, ik zie alles nog.'
'Kan je nog staan op je pootjes?'
'Ja pap, er is niets gebroken.'
'Zitten je vleugeltjes nog goed?'
Dan is het stil. Plotseling begint het kleintje te krijsen, zo hard als hij kan.
'Wat is er, jongen?' roept de vader.
'Mijn vleugels, pap. Ze zitten er niet meer aan. Ik kan niet meer vliegen.' Weer begint hij te huilen en te huilen.
Dan hoort hij plotseling zijn vader lachen en kijkt verbaasd omhoog.
'Grapje,' zegt zijn vader.
'Hoezo grapje? Ik kan niet meer vliegen,' schreeuwt het kleintje in paniek. ‘Dat is heel erg.’
'Ach jongen,' roept zijn vader van boven. 'Dat kon je ook nooit. Je bent geen vogeltje, maar een spinnetje dat uit het web is gevallen. Ik laat een draadje zakken en dan trek ik je omhoog. Het was gewoon een grapje.'
zondag 4 februari 2024
zondag 28 januari 2024
IJsbeer, ijsbeer, heb je het niet koud?
vrijdag 12 januari 2024
Het jonge ijsbeertje
'Zeker jongen,' antwoordt zijn vader trots. 'Ik ben een hele echte ijsbeer. Ik hou van sneeuw en ijs. Ik heb het nooit koud.'
'En mama? Is mama ook een echte ijsbeer?
'Tuurlijk jongen. Mama is ook een echte ijsbeer.'
Het jonge ijsbeertje is nog niet tevreden. Hij wil meer weten.
'En oma,' vraagt hij vervolgens. 'Is oma ook een echte ijsbeer?'
'Ja jongen,' zegt zijn vader nu wat knorrig. 'Oma is ook een echte ijsbeer.'
Het jonge ijsbeertje durft bijna niet verder te gaan, maar vraagt dan met een benauwd stemmetje: 'En opa. Is opa ook een echte ijsbeer?'
Nu vindt zijn vader het wel genoeg. 'Hou eens op met dat gezeur. Waarom wil je toch weten of de hele familie echte ijsberen zijn?'
Het jonge ijsbeertje kijkt zijn vader aan en trekt de muts nog verder over zijn oren. Dan zegt hij met bibberende stem:
'Omdat ik het zo v-v-verschrikkelijk k-k-koud heb.'
maandag 1 januari 2024
maandag 18 december 2023
FIJNE KERSTDAGEN
'Ja jongen, pak maar een koekje uit de kerstboom,' riep ze vanuit de keuken.
Dinootje liep naar de kerstboom en keek naar al die koekjes die aan de takken hingen. Hij kreeg steeds meer honger, zijn buik knorde ervan.
'Mag mijn vriendje er ook een?' riep hij.
'Ja hoor,' antwoordde zijn moeder. 'Natuurlijk mag jouw vriendje er ook een.' Ze vond het altijd leuk wanneer er een vriendje van Dinootje kwam spelen.
Even later zat Dinootje tevreden op de bank en smikkelde twee koekjes op.
'Waar is jouw vriendje nou?' vroeg zijn moeder toen ze de kamer inkwam en verbaasd rondkeek waar het vriendje was.
'Hier,' antwoordde Dinootje en klopte op zijn buik. 'Mijn buik is mijn vriendje. Hij knorde net tegen me en dat betekent dat hij ook een koekje wil.'
Dinootje keek zijn moeder zo lief aan, dat ze hem een aai over de bol gaf in plaats van boos werd.
Dinootje zuchtte van genot. Twee koekjes waren veel lekkerder dan een koekje.