De aap met twee staarten

Er was eens een aap met twee staarten. Zijn naam was Akki en hij droeg altijd een wijde broek waar hij één staart in verborgen hield, zodat niemand wist dat hij twee staarten had. Hij schaamde zich er een beetje voor, maar aan de andere kant vond hij het ook wel handig. Wanneer hij moe werd van het slingeren in de bomen, wisselde hij onderweg stiekem zijn staart en slingerde dan weer vrolijk verder.
Zo ging het ook bij slingerwedstrijden Dan waren er wel tien apen die zo snel mogelijk naar de andere kant van het bos moesten slingeren. Halverwege werden ze natuurlijk moe. Nou, dan deed Akki even snel achter een boom zijn truc met de staarten en slingerde daarna weer keihard verder. Zo won hij alle wedstrijden en niemand had het in de gaten.

Eenmaal per jaar werd het Nationale Slingerkampioenschap gehouden. Dat was echt de allerbelangrijkste wedstrijd want dan kwamen de winnaars van alle bossen bij elkaar om te strijden voor de kampioensbeker. Akki wilde die natuurlijk winnen. De andere apen wilden dat uiteraard ook, maar ja hij had nou eenmaal twee staarten. Het kon dus niet misgaan.

Alle dieren in het bos waren trots op hun Akki toen hij vertrok naar het Nationale Slingerkampioenschap.
'Succes Akki,' riepen ze.
'Neem de beker mee terug.'
Akki zwaaide met zijn staart naar iedereen. 'Ik zal mijn best doen,' riep hij terug. Ze wisten niet dat hij twee staarten had en dus eigenlijk een beetje vals speelde. Maar ach, als niemand het wist, was er niets aan de hand.

Toen Akki aankwam in het grote bos waar de wedstrijd werd gespeeld, hoorde hij dat er vierentwintig apen meededen aan het kampioenschap. Vierentwintig kanjers, die allemaal in hun eigen bos hadden gewonnen. Allemaal wilden ze hier natuurlijk ook winnen. Akki liep zelfverzekerd rond. Hij had immers een geheim wapen, dus het moest gewoon lukken. Ook al was dit bos veel groter dan het bos waar hij vandaan kwam. Wat wel opviel, is dat er meer apen waren die net zo'n wijde broek droegen als hij. Er zouden toch niet nog meer apen bestaan met twee staarten? Nee, dat geloofde Akki niet. Hij trok zijn broek nog eens goed recht en ging naar de start.


‘Weet iedereen de spelregels?’ klonk het uit de luidspreker. Ja, die kende iedereen wel. Eigenlijk mocht alles, als je maar niet vals speelde of met een andere aap vocht. Dan werd je meteen uit de wedstrijd gegooid.
Akki was er klaar voor. Er klonk een schot en alle apen sprongen zo snel ze konden weg. Sommigen slingerden boven in de bomen, anderen juist weer laag. Maar ze vlogen er in een razend tempo vandoor. Overal hingen camera’s aan de bomen, zodat iedereen de wedstrijd goed kon volgen. Zo konden ze ook controleren of het allemaal eerlijk ging.
Na een poosje werden de meeste apen moe en gingen langzamer slingeren.
Het was tijd voor de truc met de staarten. Akki verdween heel even achter een dikke boom, wisselde daar snel van staart en vloog er weer vandoor. Maar hij was niet de enige. Er was nog een aap die zo hard ging als Akki en die had een nog wijdere broek aan. Toen ze in de buurt van de finish kwamen, werd Akki weer moe. Opeens zag hij het in een flits. Die ene aap had drie staarten. Akki kon het bijna niet geloven. Dit ging hij natuurlijk nooit winnen.

Bij de finish was het een drukte van belang. Iedereen schreeuwde door elkaar. Er was iets aan de hand. De deelnemers moesten naar een grote tent komen. Alle apen die meededen aan de wedstrijd werden daar gecontroleerd. Er was namelijk door een van de camera’s gezien dat er een aap meedeed met twee staarten. Dat was vals spelen en moest zwaar gestraft worden.
De apen stonden in het midden van de tent bij elkaar en waren benieuwd wat er ging gebeuren. De tent werd gesloten en uit de luidspreker klonk: 'Allemaal de broek laten zakken.
'Oh, oh,' dacht Akki. 'Dit gaat helemaal niet goed. Nu ontdekken ze natuurlijk mijn tweede staart.'
Maar wat gebeurde er? Van de vierentwintig apen die meededen, hadden meer dan de helft van de apen twee staarten en er was zelfs een aap met drie staarten. Dat hadden ze nog nooit mee gemaakt. De hele wedstrijd werd afgelast. Volgend jaar gingen ze vooraf controleren en deze vierentwintig apen mochten nooit meer meedoen. Alle apen werden naar huis gestuurd. Akki vertrok teleurgesteld naar huis. Hij schaamde zich. Hoe moest hij dat nou vertellen aan zijn vrienden?

‘Hé Akki,’ klonk het toen hij weer thuiskwam.
‘Heb je de kampioensbeker?’
‘Nee,’ zei Akki en met een rood hoofd vertelde hij over zijn twee staarten. De andere apen schrokken ervan. Hun Akki had vals gespeeld? Hoe kon dat nou? Ze waren boos en Akki werd weggestuurd naar een ander bos, heel ver weg. Met de staarten tussen zijn poten sjokte hij weg.

Heel ver weg in het andere bos kwamen ook de andere apen die vals gespeeld hadden. Allemaal schaamden ze zich dat ze hadden vals gespeeld. Maar nu waren ze onder elkaar. Nu waren er alleen maar apen met twee staarten of meer. Het duurde dan ook niet lang of in dit bos werden ook weer slingerwedstrijden gehouden. Vooraf werd er wel gecontroleerd of je minstens twee staarten had. Apen met maar één staart mochten hier niet meedoen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten