Dinootje naar school

‘Wanneer gaan we nou, mam?’ 
Dinootje kan bijna niet wachten. Vandaag is zijn eerste dag op school. Hij is er gewoon een beetje zenuwachtig van en staat al een half uur heen en weer te springen met zijn jas aan.
‘Ja-ha,’ zegt zijn moeder, ‘doe nou maar rustig, we gaan al.’

Wanneer ze eindelijk bij de school aankomen staan alle kinderen hem aan te gapen. Een dinosaurusje? Bij hun op school? Dat hebben ze nog nooit meegemaakt. Maar zijn moeder brengt hem echt naar binnen.

‘Goedemorgen kinderen,’ zegt de juf, ‘vandaag komt er een nieuw kindje bij, een dinosaurus-kindje.’
Dinootje staat verlegen naar de grond te kijken.
‘Hij heet Dinootje,’ gaat de juf verder, ‘en hij is nog een beetje verlegen.’
‘Hallo Dinootje,’ roepen alle kinderen samen. Dinootje kijkt op, doet zijn bek open om wat terug te zeggen, maar van de zenuwen komt er alleen maar ‘WRAAH’ uit en nog behoorlijk hard ook. De juf en de kinderen schrikken ervan.
‘Dinootje moet nog even wennen, hè Dinootje?’ en ze aait hem voorzichtig over zijn kop. ‘Ga daar maar op het stoeltje zitten,’ en ze wijst naar een leeg stoeltje bij de grote tafel.
Dinootje knikt en loopt ernaartoe. Hij gaat zitten en … KRAK … hij zakt er zo doorheen. Het hele stoeltje is kapot. Het ligt in honderd stukjes op de grond.
‘Alle-apen-op-een-stokje,’ roept de juf van schrik. Ze loopt naar Dinootje toe en zegt: ‘Het geeft niet hoor, dat stoeltje was vast al een beetje kapot. Hier, kom maar op dit stoeltje zitten,’ en ze neemt hem mee naar een ander plekje. Dinootje gaat voorzichtig zitten. Alle kinderen kijken in spanning toe. …KRAK … Ook dat stoeltje gaat dwars doormidden en Dinootje valt languit op de grond met zijn poten in de lucht. 


De kinderen moeten allemaal lachen. Dat is een leuk gezicht. Maar Dinootje vindt het heel erg en begint te huilen. Niet een snifje of zo. Nee, echt heel hard huilen. De tranen vliegen in een stortvloed uit zijn ogen. Zo veel dat er een plas op de grond ontstaat. De kinderen gaan zelfs op hun stoeltjes staan, anders krijgen ze natte voeten. Dinootje blijft maar huilen. De juf loopt door de plas tranen naar hem toe en slaat haar arm om hem heen.


‘Nou, nou, Dinootje. Het geeft niets hoor. We verzinnen er wel wat op.’
De kinderen komen van hun stoeltjes af en gaan om Dinootje heen staan. Ze raken hem aan, kloppen op zijn schouder, aaien zijn staart en zeggen dat hij heel aardig is. Dinootje stopt met huilen en lacht alweer een beetje. Hij doet zijn bek open en zegt: ‘Dank jullie wel. Dat is heel lief. WRAAH.’
‘Kom maar even naast mij op de grond zitten,’ zegt de juf. Dan vertelt de juf dat Dinootje een kleine T-Rex is en die zijn heel sterk en heel zwaar. Daarom gaat er steeds wat kapot. Maar als we allemaal ons best doen, dan komt het vast goed. Dinootje zit ondertussen heel hard te knikken.
‘Goed, dan kunnen we nu beginnen. Iedereen mag een papier en een kwast uit de kast pakken. We gaan verven. Het is meteen een geritsel in de klas. Ook Dinootje loopt naar de kast om een papier en een kwast te pakken. … KRAK… Kwast in twee stukken. Dinootje kijkt er beteuterd naar. Hij pakt een andere kwast. … KRAK… Ook de tweede kwast gaat eraan. De juf staat al naast hem om te helpen.
Heel voorzichtig loopt Dinootje terug naar de tafel met een kwast in zijn poot. Hij kijkt trots naar de kwast die nog steeds heel is. Bij de tafel leunt hij voorover om de kwast in het potje met groene verf te steken. Ja, nog een klein stukje verder …KRAK… De hele tafel stort in elkaar. Kapot. De verfpotjes vliegen door de lucht. De kinderen springen verschrikt overeind met de kwasten nog in de hand. Een verfpotje komt bovenop het hoofd van een jongetje terecht, die heeft nu blauwe haren. Een ander kindje heeft een kwast met rode verf in haar neus gekregen, het lijkt net bloed. De juf glijdt uit over de glibberige verf en valt bovenop de staart van Dinootje. WRAAH.
‘Alle-apen-op-een-stokje,’ roept de juf van schrik.
Dan wordt het stil, heel stil. Iedereen kijkt rond. Het lijkt wel of er een ramp is gebeurd. Maar dan, zomaar opeens, begint iedereen te lachen. Ook Dinootje lacht mee. Het is ook best wel grappig.
‘Ik moet nog veel leren, juf,’ zegt Dinootje, ‘WRAAH’.
En weer schieten de kinderen in de lach. Ze hebben er wel een bijzonder iemand bijgekregen vandaag. Lachend zegt de juf: ‘We noemen jou voortaan maar Dinootje Krak,’ en ze geeft hem een ‘boks’.
Wanneer alles is opgeruimd en schoongemaakt en de kinderen weer netjes zijn is de dag voorbij. De moeders en vaders staan al buiten te wachten.


De moeder van Dinootje vraagt: ‘En? Hoe was de eerste dag op school?’
‘Leuk mam. De juf is heel lief en de kinderen zijn heel aardig. En we hebben rampje gespeeld.’
‘Dag Dinootje Krak, tot morgen,’ roepen de kinderen als ze voorbijfietsen met hun moeders.
‘Dag Dinootje Krak, het was leuk vandaag.’
‘Tot morgen Dinootje Krak.’
‘Dinootje Krak?’ zegt zijn moeder en ze kijkt haar zoon vragend aan.
‘Ja mam,’ zegt Dinootje trots, ‘zo heet ik nu’ en hij kijkt lachend omhoog naar zijn moeder.

'WRAAH'.

7 opmerkingen: