Dinootje in de speeltuin

‘Joepie, we gaan naar de speeltuin.’ Dinootje rent door de kamer.
‘Mag ik dan mijn spidermanpak aan, mam?’ en hij springt bovenop de stoel.
‘Tjonge Dinootje, je lijkt wel een stuiterballetje, doe eens een beetje rustig.’
Zijn moeder staat in de keuken wat eten in te pakken. Dan kunnen ze picknicken in de speeltuin. Eens even kijken, 2 gebraden kippetjes voor Dinootje en 8 appeltjes en 10 broodjes. Oh ja, 3 pakken melk.
‘Gaan we nou, mam?’
Dinootje is er helemaal klaar voor. Hij heeft zijn spidermanpak al aan.

Het is best wel druk in de speeltuin. Dinootje rent meteen naar de wipwap. 
‘Zullen we wippen?’ vraagt hij aan een jongetje dat er al op zit. Het jongetje kijkt een beetje bang naar Dinootje, maar knikt wel. Dinootje loopt naar de andere kant van de wipwap en wil erop gaan zitten. KRAK. Wat is dat nu? De wipwap breekt zo doormidden. Hoe kan dat nou?
Het jongetje begint te huilen. Andere kinderen komen kijken wat er is gebeurd. Ook de klusjesman van de speeltuin komt eraan met een grote gereedschapskist.
‘Ik snap niet hoe het kan,’ zegt hij en kijkt Dinootje streng aan. ‘Misschien ben jij wel te zwaar.’
Dinootje haalt zijn schouders op en zegt: ‘WRAAH, kweenie’, en hij kijkt een beetje sip naar de grond.
‘Nou, ga maar iets anders doen, dan ga ik de wipwap maken. Huppekee, jullie allemaal. Wegwezen.’
Alle kinderen rennen weg en Dinootje holt naar de schommels. Dat is leuk, lekker op een schommel door de lucht vliegen. Hij pakt een schommel en … KRAK. De schommel breekt af en ligt op de grond. En de volgende schommel. KRAK. Dinootje begint te huilen.
‘Ik wil zo graag schom-me-len,’ snottert hij, ‘echt heeeel graag.’ Hij pakt een zakdoek en snuit zijn neus. TOE-OET. Hij snuit zo hard, dat iedereen ondersteboven wordt geblazen. De kinderen staan op en troosten Dinootje. Dan horen ze een zware stem.
‘Aan de kant, allemaal, wat is hier aan de hand.’ Het is de klusjesman met de grote gereedschapskist.
‘Aha, jij weer,’ zegt hij tegen Dinootje.
‘Ja, maar …..’ begint Dinootje te stotteren.
De man houdt zijn hand omhoog en iedereen is stil.
‘Dit kan zo niet langer. Alle spullen in de speeltuin gaan zo kapot.’ Hij kijkt Dinootje zo lang aan dat hij er verlegen van wordt.
‘Maar,’ gaat hij verder, ‘jij wil natuurlijk ook spelen. Ik ga speciaal voor jou een superschommel maken. Zo sterk, dat er wel twee dino’s op kunnen.’
Iedereen klapt in de handen en roept: ‘Hoera, een superschommel voor Dinootje.’

De klusjesman gaat aan het werk. Hij zaagt en hij boort. Hij schroeft en hij timmert. Hij heeft niet eens in de gaten dat iedereen om hem heen staat. Het wordt steeds drukker. Er komt zelfs een televisieploeg bij, die het allemaal filmt. De klusjesman werkt gewoon door. Een boomstam heeft hij als schommel en dikke ijzeren kettingen om hem aan te hangen. Aan het eind van de dag is de schommel klaar. De klusjesman staat op en kijkt om zich heen. Het is heel druk geworden. De camera’s draaien; het wordt allemaal uitgezonden op televisie.
‘De super-dino-schommel is klaar,’ roept hij en er breekt een luid gejuich los.
‘Waar is Dinootje?’
Iedereen doet een stapje opzij om Dinootje door te laten. Verlegen loopt hij op de schommel af. De kinderen houden hun adem in. De mensen thuis kruipen bijna in de televisie, zo spannend is het.
Dinootje pakt de dikke ijzeren ketting vast. Dat gaat goed. Er krakt niets. Dan gaat hij met zijn dikke billen op de boomstam zitten. Heel voorzichtig en heel langzaam. De schommel trilt een beetje, piept en knarst een beetje, maar... hij gaat niet kapot en Dinootje zit op de schommel. Er breekt een gejuich los.
Iedereen roept: ‘Schom-me-len, Schom-me-len.’
En daar gaat hij. Eerst zachtjes, maar steeds harder. Heerlijk, hij vliegt, de wind waait lekker hard. Dinootje geniet ervan en zit lachend op de super-schommel. Hij hoort niet dat iedereen roept: ‘Niet zo hard. Je gaat te hard.’ Maar Dinootje gaat zelfs nog harder. Dan ineens vliegt hij van de schommel af. Zo de lucht in. Als een raket. Zijn spidermanmuts blijft aan een tak hangen en hij komt bovenop de wipwap terecht, die net gemaakt is. KRAK. Dus weer kapot.
Verbaasd kijkt Dinootje om zich heen.
‘WRAAH, wat is er gebeurd.’
‘Je ging veel te hard,’ zegt iedereen. Maar de schommel is niet kapot. En Dinootje gaat weer lekker schommelen. Ietsjes zachter dan.

Dan roept zijn moeder om te eten. Nou, hij heeft wel honger gekregen van dat schommelen. Wanneer hij 4 appeltjes en 6 broodjes met pindakaas opheeft, vraagt zijn moeder: ‘Heb je lekker gespeeld.’
‘Ja mam,’ zegt Dinootje, ‘ik heb raketje gespeeld en dat was heel gaaf.’ En hij begint aan zijn derde pak melk.


3 opmerkingen: