Het laatste kuikentje

Het was vreselijk. Alle kippen op de boerderij waren ziek geworden. Zo ziek dat ze geen eieren meer konden leggen. Iedereen was verdrietig omdat ze geen eitje meer konden eten bij het ontbijt en geen lekkere uitsmijter met ham en kaas meer konden maken. Het was heel erg, maar het allerergst was dat er geen kuikentjes meer werden geboren. Geen eieren en dus geen kuikentjes. Geen schattige, gele pluizenbolletjes meer. Op een gegeven moment gingen de laatste kippen dood omdat ze oud werden en op het eind was er nog maar één kuikentje. Het allerlaatste kuikentje. Ze heette Piepertje. Hoe moest het nu verder? 

Piepertje zette haar mutsje op en liep verdrietig weg van de boerderij. Na een poosje kwam ze terecht op een markt in de stad. Ze slenterde langs de kraampjes en zag niets omdat haar ogen vol tranen stonden.
Ineens hoorde ze: 'Hé, psst. Wat is er aan de hand?
Het kuikentje keek verschrikt achterom, maar zag helemaal niemand.
'Hé psst. Ik ben hierboven.'
Piepertje keek omhoog en zag een gebraden kippetje liggen in een kraampje.
'Kan jij praten?' vroeg ze verbaasd.
'Natuurlijk, jij toch ook. Ik ben gewoon een kip. Alleen een beetje verbrand. Ha, ha.'
'Je ruikt wel lekker,' zei het kuikentje en pikte in het pootje van de gebraden kip. Ze had honger.
'Au. Niet doen. Ik wil nog niet opgegeten worden.'
'Sorry,' zei het verdrietige kuikentje en wilde al weer verder lopen.
'Stop,' riep de gebraden kip, 'wat is er nou aan de hand?
Het kuikentje vertelde dat alle kippen dood waren gegaan en zij het laatste kuikentje was. Maar ze kon geen eieren leggen en nu zouden er nooit meer lieve, schattige kuikentjes geboren worden. Dikke tranen liepen langs haar snaveltje naar beneden. 'Ik vind het zo erg,' snotterde ze. 
'Maar ik weet hoe je eieren moet leggen,' zei de gebraden kip trots. 'Ik ben een echte kip geweest en heb wel meer dan honderd eieren gelegd.'
'Echt waar?' 
'Jazeker. Gebraden kippetjes liegen niet. Ha, ha.'
'Wil je mij dan vertellen hoe ik eieren moet leggen?' vroeg Piepertje, die weer een beetje begon te glimlachen. Misschien was toch nog niet alles verloren.
'Luister goed,' zei de gebraden kip. 'Nu ben je nog een kuikentje en kuikentjes kunnen geen eieren leggen. Je bent nog te klein. Je moet eerst wachten tot je echte veren hebt en een grote kip bent.' 
Ze keek het kuikentje aan of ze het wel snapte.
'Oké,' zei Piepertje, 'en dan?'
'Dan ga je 's avonds in het hok gewoon slapen. Net als anders. Maar als je wakker wordt en het kriebelt een beetje in je buik, dan zit er een eitje.'
'Hoe komt het er dan uit?'
'Dan moet je wild met je vleugeltjes wapperen en heel hard 'tok, tok, tok' roepen. Als het niet meteen lukt, moet je het nog een keer doen. Net zo lang totdat je een ei legt.'
Piepertje keek de gebraden kip aan met grote ogen van geluk. Ze kon bijna niet wachten totdat ze veren kreeg en een echte kip was geworden. Ze bedankte de gebraden kip en wandelde terug naar de boerderij.
Na een week zag ze al het eerste veertje komen. Het was een bruin veertje. Ze werd vast een bruine kip. Elke dag kwamen er wel een paar veertjes bij en op een gegeven moment was ze een echte kip. Nu moest ze de truc van de gebraden kip doen. Ze was wel een beetje zenuwachtig toen ze 's avonds ging slapen.

En ja hoor. Ze werd al vroeg wakker en voelde meteen een kriebel in haar buik. Dat had ze nog nooit gevoeld. Het was vast een eitje. Ze begon wild met haar vleugeltje te wapperen en riep keihard 'tok, tok, tok'. En toen... zomaar ineens... floepte er een ei uit haar kontje. Ze keek achterom en zag een prachtig bruin ei liggen. 'Het is gelukt,' schreeuwde ze en ging het aan alle dieren op de boerderij vertellen. 'Ik heb een ei gelegd. Er komen weer kuikentjes.' Ze rende rond en vertelde het aan iedereen die het wilde horen.

Ik ga het meteen aan de gebraden kip vertellen,' dacht ze. Die had haar zo goed geholpen en daarom was het gelukt. Ze rende naar de markt en kwam bij het kraampje van de gebraden kip. Ze was er niet. Jammer.

1 opmerking: