De vlieg die niet kon vliegen

Er was eens een groene vlieg zonder vleugeltjes. Hij heette Flipje. Natuurlijk werd hij gepest omdat hij geen vleugels had. Maar verder was Flipje een gewone gezonde vlieg, die net als zijn vriendjes ook zin had om lekker op poep te zitten, zoals bijvoorbeeld de drol van een hond. Die rook altijd zo lekker, vooral wanneer de hond het net had gedaan. Mmm. Maar hij kon er niet heen vliegen. Zelfs wanneer hij heel hard rende met zijn zes pootjes kwam hij toch altijd te laat. Vliegen gaat nou eenmaal een stuk sneller. Zijn vriendjes stonden dan al boven op de drol te dansen van plezier en lachten hem uit wanneer hij hijgend aan kwam rennen.
'Flipje, je bent weer eens te laat,' riepen ze dan in koor. 
Hoe eerder je bij een drol was, hoe hoger je op de drol mocht staan. Flipje stond dus altijd onderaan bij het randje.
Maar Flipje liet zich niet op de kop zitten. Hij probeerde steeds manieren te verzinnen om toch eens een keer als eerste bij een drol aan te komen. Soms droomde hij dat hij in zijn eentje stond te dansen op de poep van een olifant. Dat zou natuurlijk fantastisch zijn. Hij had nog wel nooit olifantenpoep gezien, maar hij dacht dat het een enorm grote berg poep moest zijn. Maar als hij dan met een glimlach wakker werd, was hij nog steeds gewoon Flipje zonder vleugels.
Toen Flipje die dag voor de zoveelste keer te laat kwam bij het poepfeestje, kreeg hij ineens een geweldig idee. Vliegen zal hij nooit kunnen, maar nog sneller over de grond gaan, kan misschien wel. Een skateboard was de oplossing. Flipje ging enthousiast aan het werk en na een dag had hij een prachtig blauw skateboard gemaakt. Hij speurde rond of er ergens een poepende hond te zien was. En ja, daar aan de overkant van de weg zat een zwarte hond te poepen. Flipje pakte snel zijn nieuwe skateboard en sprong er met drie poten op. Met de andere drie stepte hij om steeds harder te gaan. Het ging geweldig, de wind suisde langs zijn oren. Hij zou deze keer vast de eerste zijn. Harder, nog harder. Toen kwam Flipje bij de stoeprand. Die had hij even niet gezien. KLENG. BENG. BAM. Flipje vloog met skateboard en al door de lucht. Hij maakte een salto en dacht 'wauw', vliegen is echt leuk. Maar een tel later was het minder leuk en rolde hij over de kop op de straat. Hij moest snel opzij springen om een fiets te ontwijken. Nee, dit was toch niet zo’n goede oplossing. Hij moest wat anders verzinnen.
Flipje rende niet meer, hij was toch nooit de eerste. Op een gegeven moment stond hij te kijken naar de grote hond die elke dag voorbij kwam. De hond woonde in de buurt. Je wist natuurlijk nooit precies wanneer en waar hij ging poepen. Soms vlogen zijn vriendjes al een beetje achter de hond aan, om af te wachten wanneer het ging gebeuren. Van veraf zag Flipje dat de hond ging zitten om een drol op de stoep te leggen. Ineens kreeg hij een geweldig idee. Stel nou eens dat hij op de rug van de hond zou meerijden, dan was hij er meteen bij wanneer de hond ging poepen. Hij hoefde dan alleen nog maar naar beneden te springen. En "ta-da", dan was hij natuurlijk de eerste. Flipje was heel enthousiast over zijn idee, alleen was er wel een probleempje. Hoe kwam hij op de rug van de hond zonder dat hond hem zag en met zijn grote bek arme Flipje op zou eten. Dat moest natuurlijk niet. Toen Flipje 's nachts in bed lag en niet kon slapen, dacht hij aan zijn plannetje. Hij moest het proberen. 

De volgende dag rende hij al heel vroeg naar het huis van de hond. Hij hoopte dat de hond sliep, dan kon hij voorzichtig op zijn rug klimmen. Voorzichtig liep hij onder het hek door naar het hondenhok. Hij sliep. Een beetje angstig liep Flipje naar de achterkant van de hond en klom langs de staart omhoog. Halverwege snurkte de hond een keer heel hard en zwiepte met zijn staart. Flipje vloog door de lucht en rolde holderdebolder verder het hondenhok in. Als de hond nu wakker zou worden, kon hij niet meer ontsnappen. Zachtjes sloop hij naar de staart en begon weer aan de gevaarlijke klim naar boven. Eindelijk zat hij op de rug van de hond, helemaal achteraan.  Net op tijd want de hond  werd wakker en stond op. Hij merkte natuurlijk niet dat er een vlieg op zijn rug zat en liep vrolijk kwispelend met zijn baasje mee naar buiten voor het dagelijkse wandelingetje. Flipje moest zich goed aan de lange haren van de hond vasthouden anders zou hij er meteen bij de eerste bocht al afvallen. Al dat gehobbel en gespring.
Na een poosje stopte de hond bij een boom en tilde zijn poot op. Jammer, dat was alleen maar een plasje. Maar weer wat verder stopte de hond nog een keer en ging zitten. Flipje wachtte in spanning af. Ja, joepie, de hond poepte. Flipje juichte bijna van plezier. Hij sprong van de hond, voordat hij weer verder liep en kwam precies bovenop de drol terecht. Joehoe, hij was deze keer de eerste. Flipje danste in zijn eentje helemaal op het topje van de drol. 
Toen zijn vriendjes aan kwamen vliegen, wisten ze niet wat ze zagen. 'Ben jij Flipje?' vroegen ze voorzichtig, want eigenlijk konden ze het niet geloven. 'Ja, ik ben het,' riep Flipje en gilde van plezier, 'ik ben Flipje de vlieg zonder vleugels.' 
Ze snapten er niets van, maar ja, ze zagen het toch met eigen ogen. Vanaf dat moment werd Flipje niet meer gepest en mocht hij wanneer hij te laat bij een drol aan kwam rennen, soms toch bovenop staan. Dan danste hij bovenop de drol en was net zo gelukkig als zijn vriendjes.







8 opmerkingen: