‘Je bent nu oud genoeg om zelf een kerstboom uit het bos te halen, Dinootje’ zei zijn moeder vanmorgen, ‘als je terugkomt heb ik lekkere warme chocolademelk voor je.’
Dus nu loopt hij rond te speuren naar een mooie boom. Daar ziet hij er een, een grote boom op een klein heuveltje. Dinootje loopt erheen en met een goede trap van zijn sterke T-Rex poot gaat de boom plat. Hij pakt hem op zijn rug en sleept de boom door de sneeuw naar huis.
‘Tjonge,’ zegt zijn moeder, ‘dat is wel een hele grote.’
‘Ja,’ zegt Dinootje trots, ‘de mooiste die er was.’
Wanneer ze samen aan de warme chocolademelk zitten en op een paar kerstkransjes knabbelen, zegt zijn moeder: ‘Nu moet de boom nog mooi versierd worden.
Dinootje knikt en ziet tot zijn teleurstelling dat de koekjestrommel opeens leeg is.
‘Op zolder staan de dozen met kerstballen. Wil jij die halen, Dinootje?’
‘Ja mam.’
‘Dan zal ik de boom vast op een mooi plekje neerzetten.’
Wanneer Dinootje op zolder komt, ziet hij direct de dozen met kerstspullen staan. Het zijn veel dozen en hij heeft geen zin om nog een keer naar zolder te gaan. Hij maakt een grote stapel van tien dozen en probeert die in een keer naar beneden te dragen.
Door de hoge stapel ziet hij niets. Een beetje wiebelend loopt hij van de trap af. Halverwege glijdt hij uit over een traptrede en hobbelt op zijn billen verder naar beneden. De dozen met kerstspullen vliegen alle kanten op. Even later zit hij op de overloop tussen allemaal kapotte kerstballen.
‘Gaat het goed daarboven, Dinootje,’ roept zijn moeder onderaan de trap.
‘Ja mam, er zijn geloof ik wel een paar kerstballen kapot.’
‘Een ongelukje kan gebeuren, jongen. Zoek de hele kerstballen maar bij elkaar en kom maar naar beneden.’
Dinootje zoekt tussen de kapotte spullen en vindt nog één kerstbal die heel is. Voorzichtig legt hij die ene kerstbal in een doos en gaat de trap af naar beneden.
Beneden is het ondertussen heel gezellig. Zijn moeder heeft de radio aangezet en er klinken kerstliedjes. Soms zingt ze mee met een bekend liedje.
‘Ah,’ zegt ze vrolijk, ‘daar ben je.’
Dinootje loopt langzaam naar zijn moeder toe met die ene doos in de hand.
‘Was dat alles nog maar?’ vraagt ze, ‘nou doe hem maar open, dan gaan we die ballen in de boom hangen.’
Dinootje krijgt een kleur en doet voorzichtig de doos open. In het midden ligt die ene kerstbal. Zijn moeder kijkt in de doos en dan naar Dinootje en dan weer in de doos.
Dinootje durft haar bijna niet aan te kijken. ‘Ze zal nu wel boos worden,’ denkt hij, ‘boven is het een troep en ik heb nog maar één kerstbal.’
Maar dan, dan begint zijn moeder toch te lachen en te lachen. Ze rolt op de grond van het lachen en kan gewoon niet ophouden.
Dinootje weet niet of hij moet huilen of lachen en wacht maar af wat er gebeurt.
Dan staat zijn moeder op en loopt naar Dinootje toe. Ze geeft hem een enorme knuffel. ‘Oh, wat ben je toch een lekker joch,’ zegt ze en aait hem over zijn bol. ‘Het is ook altijd wat met jou.’ Ze begint weer te lachen. ‘Eén kerstbal. Ha, ha. Eén kerstbal. Dat is toch grappig.’
Dinootje lacht nu maar een beetje mee, maar voelt zich nog niet echt vrolijk.
‘Nou, kom op, grote jongen. Ga jij die ene kerstbal maar eens in de boom hangen. Zoek maar eens een mooi plekje op. Ze moet bijna weer lachen.
‘Dan ga ik even nieuwe kerstkransjes kopen voor hardwerkende kleine dinosaurusjes.’
Dinootje kijkt zijn moeder aan. Ze is vandaag wel heel erg vrolijk, denkt hij. Zou dat soms met Kerst te maken hebben?
Hij snapt nu dat zijn moeder helemaal niet boos is. Ze vindt het zelfs grappig. Een kerstboom met één kerstbal erin.
Misschien is het ook wel lollig.
Dinootje loopt met de kerstbal naar de boom. Omdat het er maar één is, wil hij hem zo hoog mogelijk hangen. Dan kan je hem tenminste goed zien. Hij rekt zich uit, maar kan er net niet bij. De boom is ook zo groot.
Hij gaat naar de schuur om een trap te halen. Wanneer hij terug is, zet hij de trap vlak bij de boom, pakt voorzichtig de kerstbal in zijn klauw en klimt op de trap. Hij kan er nog steeds niet helemaal bij en gaat op een been staan, om zich zover mogelijk uit te strekken. Hij buigt steeds verder naar voren en is er bijna. Nog een klein stukje.
‘Op zolder staan de dozen met kerstballen. Wil jij die halen, Dinootje?’
‘Ja mam.’
‘Dan zal ik de boom vast op een mooi plekje neerzetten.’
Wanneer Dinootje op zolder komt, ziet hij direct de dozen met kerstspullen staan. Het zijn veel dozen en hij heeft geen zin om nog een keer naar zolder te gaan. Hij maakt een grote stapel van tien dozen en probeert die in een keer naar beneden te dragen.
Door de hoge stapel ziet hij niets. Een beetje wiebelend loopt hij van de trap af. Halverwege glijdt hij uit over een traptrede en hobbelt op zijn billen verder naar beneden. De dozen met kerstspullen vliegen alle kanten op. Even later zit hij op de overloop tussen allemaal kapotte kerstballen.
‘Gaat het goed daarboven, Dinootje,’ roept zijn moeder onderaan de trap.
‘Ja mam, er zijn geloof ik wel een paar kerstballen kapot.’
‘Een ongelukje kan gebeuren, jongen. Zoek de hele kerstballen maar bij elkaar en kom maar naar beneden.’
Dinootje zoekt tussen de kapotte spullen en vindt nog één kerstbal die heel is. Voorzichtig legt hij die ene kerstbal in een doos en gaat de trap af naar beneden.
Beneden is het ondertussen heel gezellig. Zijn moeder heeft de radio aangezet en er klinken kerstliedjes. Soms zingt ze mee met een bekend liedje.
‘Ah,’ zegt ze vrolijk, ‘daar ben je.’
Dinootje loopt langzaam naar zijn moeder toe met die ene doos in de hand.
‘Was dat alles nog maar?’ vraagt ze, ‘nou doe hem maar open, dan gaan we die ballen in de boom hangen.’
Dinootje krijgt een kleur en doet voorzichtig de doos open. In het midden ligt die ene kerstbal. Zijn moeder kijkt in de doos en dan naar Dinootje en dan weer in de doos.
Dinootje durft haar bijna niet aan te kijken. ‘Ze zal nu wel boos worden,’ denkt hij, ‘boven is het een troep en ik heb nog maar één kerstbal.’
Maar dan, dan begint zijn moeder toch te lachen en te lachen. Ze rolt op de grond van het lachen en kan gewoon niet ophouden.
Dinootje weet niet of hij moet huilen of lachen en wacht maar af wat er gebeurt.
Dan staat zijn moeder op en loopt naar Dinootje toe. Ze geeft hem een enorme knuffel. ‘Oh, wat ben je toch een lekker joch,’ zegt ze en aait hem over zijn bol. ‘Het is ook altijd wat met jou.’ Ze begint weer te lachen. ‘Eén kerstbal. Ha, ha. Eén kerstbal. Dat is toch grappig.’
Dinootje lacht nu maar een beetje mee, maar voelt zich nog niet echt vrolijk.
‘Nou, kom op, grote jongen. Ga jij die ene kerstbal maar eens in de boom hangen. Zoek maar eens een mooi plekje op. Ze moet bijna weer lachen.
‘Dan ga ik even nieuwe kerstkransjes kopen voor hardwerkende kleine dinosaurusjes.’
Dinootje kijkt zijn moeder aan. Ze is vandaag wel heel erg vrolijk, denkt hij. Zou dat soms met Kerst te maken hebben?
Hij snapt nu dat zijn moeder helemaal niet boos is. Ze vindt het zelfs grappig. Een kerstboom met één kerstbal erin.
Misschien is het ook wel lollig.
Dinootje loopt met de kerstbal naar de boom. Omdat het er maar één is, wil hij hem zo hoog mogelijk hangen. Dan kan je hem tenminste goed zien. Hij rekt zich uit, maar kan er net niet bij. De boom is ook zo groot.
Hij gaat naar de schuur om een trap te halen. Wanneer hij terug is, zet hij de trap vlak bij de boom, pakt voorzichtig de kerstbal in zijn klauw en klimt op de trap. Hij kan er nog steeds niet helemaal bij en gaat op een been staan, om zich zover mogelijk uit te strekken. Hij buigt steeds verder naar voren en is er bijna. Nog een klein stukje.
Dinootje kan zijn evenwicht niet meer houden en valt voorover in de kerstboom. De boom valt naar voren en de trap valt naar achteren. Dinootje zit er tussenin en heeft in zijn poot nog steeds de kerstbal vast. Op de een of andere manier is de kerstbal nog heel, het lijkt wel een wonder. De boom is helaas doormidden gekrakt.
Dinootje brengt het onderste stuk van de kerstboom naar buiten, bij de vuilnisbak. Het bovenste stuk zet hij netjes neer. Het is nu een klein kerstboompje geworden. Hij hangt die ene kerstbal erin. Hij kan er nu gewoon bij.
Dan hoort hij de deur. Zijn moeder komt thuis. Dinootje wacht bang af wat ze nu zal zeggen.
Zijn moeder komt binnen en kijkt naar het kleine kerstboompje en dan naar Dinootje. Ze ziet die ene kerstbal in het boompje hangen en moet weer ontzettend lachen.
Even later zitten ze aan de tafel kerstkransjes te eten.
‘Dinootje, wat hebben wij het toch gezellig met ons tweeën, vind je niet? Het wordt vast een hele fijne Kerst.’
Dinootje knikt terwijl hij zijn bek vol stopt met kerstkransjes.
Uit het voorleesboek Dinootje de kleine T-Rex. Te bestellen bij Bol.com.
Dan hoort hij de deur. Zijn moeder komt thuis. Dinootje wacht bang af wat ze nu zal zeggen.
Zijn moeder komt binnen en kijkt naar het kleine kerstboompje en dan naar Dinootje. Ze ziet die ene kerstbal in het boompje hangen en moet weer ontzettend lachen.
Even later zitten ze aan de tafel kerstkransjes te eten.
‘Dinootje, wat hebben wij het toch gezellig met ons tweeën, vind je niet? Het wordt vast een hele fijne Kerst.’
Dinootje knikt terwijl hij zijn bek vol stopt met kerstkransjes.
Uit het voorleesboek Dinootje de kleine T-Rex. Te bestellen bij Bol.com.
Te lang
BeantwoordenVerwijderen