De oliebollenrace

Pim was maar een heel gewone oliebol. Hij had geen krenten en geen rozijnen in zijn bol. Om nog maar te zwijgen van stukjes appel of sukade. Niets van dat alles. Daarbij was hij ook nog eens klein. Een gewoon, eenvoudig, klein oliebolletje. Toch had hij iets bijzonders. Daar kwam hij laatst per ongeluk achter toen hij in een gat viel en er zomaar weer uit stuiterde. Dat was heel bijzonder, want oliebollen hadden natuurlijk geen armpjes en beentjes, zodat ze moesten rollen om ergens te komen. Gevaren onderweg moest je dan niet hebben. Daarom hadden ze in Oliebollenland bij alle gaten in de grond waarschuwingsbordjes neergezet met 'PAS OP'. Want als je in een gat viel, moest je er met touwen uitgetrokken worden. Nou, voor Pim gelde dat dus niet. Hij was erg taai en kon daardoor goed stuiteren. Vanaf dat moment noemden zijn vrienden hem Pimmetje Stuiterbal.
                                                               
Behalve gewone oliebollen, zoals Pim en zijn vrienden, waren er ook deftige oliebollen. Bijvoorbeeld de dames Magda en Marja. Zij hadden namelijk krenten en rozijnen in hun bolle lijfjes en zelfs een beetje poedersuiker om zichzelf mooi te maken. Uiteraard spraken ze niet met gewone oliebollen, daar waren ze veel te deftig voor. Poeh, hoe kon je het denken. Zo'n gewone oliebol was veel te simpel.
‘Nou,’ zei Magda tegen haar vriendin. ‘Ik ben benieuwd wie deze keer de jaarlijkse oliebollenrace gaat winnen.’
‘Ik denk dat één van ons de winnaar wordt,’ antwoordde Marja. ‘Wij zijn gewoon de beste.’
‘Ja, je moet er toch niet aan denken dat een gewone oliebol zou winnen.’
Ze keken neerbuigend naar kleine Pim die net voorbij kwam rollen.

‘Oh Magda, moet je daar ginds eens zien. Die oliebol kan niet eens goed rollen met al die stukjes appel en sukade in zijn lijf. Wat een verwaande kwast.’
Gewone oliebollen vonden ze maar niks, maar de superrijke oliebollen die ook nog eens stukjes sukade en appel in hun bol propten waren ook erg. Die dachten dat ze de allerbesten waren. Mooi niet. Dat waren de deftige oliebollen.
En zo kletsten de dames de hele dag door.

‘Hé, Pimmetje Stuiterbal,’ riepen zijn vrienden al van verre. 'Doe jij ook mee met de race?’
‘Ik weet het nog niet, wij winnen toch nooit,’ antwoordde Pimmetje en stuiterde een beetje omhoog, alsof hij een skippybal was. 
‘Misschien dit jaar wel. Jij kan zo goed stuiteren, dat is toch bijzonder?’
Pim rolde even een eindje weg. Hij moest nadenken. Zou hij echt de race kunnen winnen. Maar hoe dan? 'Oké, ik kan uit een gat stuiteren,' dacht hij. 'Maar is dat genoeg om te winnen? Ik ben maar een klein, gewoon oliebolletje. Ik ben niet deftig en ook niet superrijk.’ Hij rolde naar een gat in de weg, keek niet eens naar het bordje 'PAS OP' en sprong er pardoes in. Toing … hij was er al weer uit. Makkie. De volgende keer nam Pim een aanloop, rolde heel snel naar het gat en sprong er zo hard mogelijk in. Toing … wow, wat gebeurde er. Pim vloog een eind omhoog uit het gat en kwam een stuk verder weer op de grond.
‘Ja, dat is het,’ dacht hij. ‘Hoe harder je erin springt, hoe harder je eruit stuitert. Dat is misschien wel de manier om de race te winnen. Misschien moet ik toch maar mee doen.’

Eindelijk was het de dag van de race. Alle oliebollen die mee zouden doen, rolden zenuwachtig heen en weer. Een race was altijd spannend. Elk jaar vielen er slachtoffers. Er waren altijd veel ongelukken met oliebollen die in een gat vielen en er op eigen kracht niet meer uit konden komen. Dat was voor elke oliebol een ramp, want dan moest je wachten totdat je gered werd.
Ook Magda en Marja deden mee en stonden bij de andere oliebollen met krenten en rozijnen. Pim stond bij zijn vrienden, de gewone oliebollen en die keken vol verwachting naar hun eigen Pimmetje Stuiterbal.
‘Gaat het lukken, Pimmetje?’
‘Je moet gewoon als eerste aankomen, dan win je.’
‘Zet hem op Pim, je kan het.’
Kleine Pim werd door alle gewone oliebollen aangemoedigd. Hij had zich gelukkig goed voorbereid. Hij stond daar met een rode rugzak om en hij had zijn stoerste pet opgezet. Hij was helemaal klaar voor de race.

Uit de luidsprekers klonk: ‘Alle bollen verzamelen. We starten over vijf minuten.’
Het was heel druk aan de start, iedereen wilde als eerste wegwezen. Pim stond in het midden toen het startschot klonk.
PANG.
En weg rolden ze allemaal. Pim deed goed zijn best en rolde zo hard mogelijk, maar werd toch ingehaald door Magda en Marja, die hooghartig opzij keken.
In de verte zag Pim een bordje met 'PAS OP'. Oei, er kwam een gat aan. Iedereen rolde er voorzichtig omheen, maar Pim sprong er zo hard mogelijk in. Toing en wauw … hij vloog zo over Magda en Marja heen en kwam een stuk verder weer op de grond. De twee deftige dames keken verbaasd omhoog. Wat gebeurde er? Zoiets hadden ze nog nooit gezien. 


Na nog twee gaten met dezelfde truc was Pim bijna vooraan. Hij zag de voorste oliebol met krenten en rozijnen al een beetje bang achterom kijken. En ja, Pim zag weer een bordje met PAS OP. Het moest deze keer helemaal goed gaan, hij sprong weer zo hard mogelijk met zijn ogen dicht. Toing … bonk. Bonk? Dat was een ander geluid. Pim botste tegen de zijkant van het gat. Dit gat was te diep om in een keer uit te stuiteren. Daar zat hij dan op de bodem van een diep gat. Hij hoorde boven zich de andere oliebollen lachend voorbij rollen. Snel pakte hij zijn rugzak en haalde er een grote ballon uit. Hij had van te voren bedacht dat het met een ballon ook zou moeten lukken om eruit te komen. Niemand was ooit nog op dat idee gekomen. Hij legde de ballon op de bodem van het gat en ging er bovenop zitten. Toen begon hij de ballon op te blazen. Langzaam werd de ballon steeds groter en omdat Pim er bovenop zat, kwam hij steeds een stukje hoger. En jawel, na een poosje hard blazen was hij bij de rand van het gat en kon hij eruit klimmen. Poeh, dat was zwaar werk, maar hij was er wel uit. 

Nu moest hij weer een heleboel oliebollen inhalen. Maar na drie gaten, waar het stuiteren wel goed ging, rolde Pim weer bijna vooraan. Daar rolden allemaal grote oliebollen met krenten en rozijnen, hij was de enige gewone oliebol en ook nog eens de kleinste. In de verte zag hij de finish al en vlak voor de finish zat nog een gat. Dat was de laatste kans om te winnen. Pim haalde diep adem, deed zijn ogen dicht en sprong zo hard als hij kon in het laatste gat. Toink …  en wauw, daar ging hij, zo over de voorste oliebollen heen. Vlak voor de finish kwam hij weer op de grond terecht en rolde als eerste over de streep. 
De oliebollen met krenten en rozijnen stonden met hun monden open te kijken naar dat kleine oliebolletje dat had gewonnen. Het was onmogelijk en toch was het waar.
Pim werd meteen gefeliciteerd door zijn vrienden. Ze sprongen allemaal bovenop hem.
‘Pimmetje Stuiterbal, je hebt het geflikt.’
‘Goed gedaan, Pim, klasse.’
Hij kwam wel een beetje platgedrukt onder zijn vrienden vandaan, maar er stond een grote glimlach op zijn oliebollengezicht.
'Gewonnen, haha, ik heb gewonnen,' schreeuwde hij en stuiterde voor de lol een paar keer omhoog. Hij zag Magda en Marja nog net wegrollen. Boos omdat een gewone oliebol gewonnen had. Het moest toch niet gekker worden in de wereld. Volgend jaar zal alles wel weer gewoon net als anders zijn.
Maar voorlopig kreeg Pim de beker. Gewoon omdat hij iets bijzonders kon.