donderdag 9 september 2021

Het platte olifantje

Er was eens een olifantje geboren zonder botten. Zijn vader en moeder schrokken enorm. Hun kindje was helemaal plat, net als een leeggelopen ballon. Het was vreselijk, want de kleine Boas kon niet staan of lopen. Hij lag daar maar te liggen. Elke ochtend zette zijn vader de fietspomp aan zijn slurf en pompte hem op totdat hij normaal was en naar school toe kon. Maar als het hard waaide moest het olifantje wel oppassen dat hij niet wegwaaide. Hij was natuurlijk zo licht als een veertje. Jammer genoeg liep het olifantje elke nacht weer leeg en was hij 's morgensvroeg weer een platte olifant. Het was hopeloos en Boas baalde er goed van. Elke ochtend weer die stomme fietspomp.

Op een dag zag hij een hond met een kluif. Die zat er lekker op te knauwen. Boas liep naar hem toe en vroeg of dat een bot was. De hond knikte en knabbelde gewoon door. Toen al het vlees van de kluif op was, lag er een mooi wit bot op de grond. De hond hoefde het niet meer, want er zat geen vlees meer aan. Boas keek ernaar, snuffelde eraan en dacht heel diep na. Opeens pakte hij het bot met zijn slurf en stopte het in een keer in zijn bek. Wie weet zou het helpen. Hij had geen botten en dit was er een. 

De volgende ochtend kwam zijn vader weer aanlopen met de fietspomp. Ineens bleef hij stilstaan. 'Wat is dat nou,' zei hij en zwaaide hard met zijn slurf heen en weer van geluk. Boas lag daar wel, maar een poot was niet slap. Die stond rechtop. Hoe was dat nou mogelijk. Snel pompte hij de rest op.

Boas ging de hele dag op zoek naar honden met een bot in hun bek. Rustig wachtte hij dan tot ze klaar waren en slikte vervolgens het schone, witte bot in één keer naar binnen.
Het duurde ongeveer een week, maar toen had Boas genoeg botten opgegeten en was hij weer een normaal olifantje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten