De Reuzenwespen

Zomaar ergens in een tuin staat een heel gewone boom, maar wanneer je goed kijkt dan zie je een kleine mus zenuwachtig heen en weer hippen over een tak. Hij kijkt af en toe achterom naar het nest waarop zijn vrouwtje zit te broeden. Ze hebben twee eieren en die kunnen elk moment uitkomen. Dan wordt hij papa van twee piepkleine musjes. Dat is heel schattig, maar ook gevaarlijk. Hij moet ze dan beschermen tegen alle gevaren. Hij loopt weer heen en weer en kijkt goed om zich heen of er gevaar dreigt. Dan hoort hij een piepje uit het nest komen en even later nog een. Ze zijn uitgekomen. Hij gaat meteen kijken naar de schatjes. Even knuffelen en dan snel weer terug naar de tak. 
Plotseling staat hij stil en kijkt verschrikt naar beneden. Daar zit een zwarte kat. Die heeft natuurlijk ook de piepjes gehoord en lust wel een smakelijk hapje. Hij krijgt het er benauwd van. Wat moet hij doen. Voorlopig zitten ze nog veilig in hun nest, maar als ze over een poosjes willen vliegen en het nog niet zo goed kunnen. Wat dan? Hij moet er niet aan denken. Vreselijk.

Elke dag zit de kat onder de boom omhoog te kijken en wacht totdat de kleine vogeltjes het nest verlaten en proberen te vliegen. De papa mus weet niet wat hij moet doen. Dan krijgt hij opeens een idee en vliegt weg. Hij heeft een plannetje. Wanneer hij even later terugkomt heeft hij onder zijn vleugels een kwast en twee potjes verf. Wat zou hij van plan zijn? 
Na een paar weken staan de kleintjes te fladderen op de rand van het nest. Ze oefenen om voor de eerste keer te gaan vliegen. Het is tijd voor de truc van papa Mus. Hij pakt de kwast en de potjes verf. Een potje met gele verf en een potje met zwarte verf. Dan roept hij de kleintjes bij zich en zegt dat ze even stil moeten zitten.

De zwarte kat hoort de vogeltjes steeds harder piepen en met hun vleugeltjes fladderen. Het is bijna tijd. Dan komen ze naar beneden vliegen en kan hij ze met gemak pakken. Lekker, zo'n jong vogeltje. Zijn maag begint al te knorren van de honger. Ja hoor, hij hoort een hoop geritsel van de takjes en blaadjes. Daar komen ze aan. Hij maakt zich klaar om te springen, maar staat in een keer stijf van de schrik. Met grote, bange ogen kijkt hij wat er naar beneden komt vliegen. Dat zijn helemaal geen lekkere hapjes, dat zijn levensgevaarlijke reuzenwespen. Keihard miauwend en met de staart omhoog rent de zwarte kat er als een haas vandoor. Naar deze boom gaat hij nooit meer terug. Dat is te eng.

Op de tak boven in de boom kijkt papa Mus lachend naar zijn kleintjes. De truc heeft gewerkt. Omdat hij zwarte en gele strepen op de musjes heeft geschilderd lijken ze net reuzenwespen en dat ziet er heel gevaarlijk uit.