De plakbandslak

 

Kijk, hier is nog eens een handig diertje voor bij het knutselen. De plakbandslak. Als je geluk hebt, dan kom je hem misschien tegen in de tuin of in het bos. Je kan hem herkennen aan de plakbandhouder op zijn rug. Dat is reuze handig wanneer je wat vast moet plakken.

Neem de plakbandslak gerust mee naar huis en zet hem op tafel, dan kan je er elke keer een stukje plakband afscheuren. Je moet hem wel af en toe een slablaadje geven anders gaat hij weg om eten te zoeken.

Wanneer het plakband op is, gaat de slak zelf nieuwe halen. Handig hè. Je moet wel geduld hebben, want hij gaat natuurlijk heel langzaam. Je moet soms wel een week wachten voordat hij weer terug is met een nieuwe rol plakband.

De giraf en de krokodil

 

Ze waren dikke vrienden. De giraf en de krokodil. Ze wandelden samen urenlang door het oerwoud. Maar de giraf had het altijd zo koud, dat zijn lange nek ervan rilde en de krokodil had het altijd zo warm, dat het zweet van zijn grote bek gutste. Dat was helemaal niet leuk. Ze moesten er iets op verzinnen.

Veel plezier met het lezen of voorlezen van dit knotsgekke verhaal.

Joepie, weer naar school

Mmm, lekker pindakaas op brood

Ik hoop dat het in mijn broodtrommeltje past

Papa Papagaai

Papa papagaai was er maar druk mee. Twaalf kleintjes die allemaal door elkaar kletsen. De hele dag door en de een nog harder dan de ander. En vooral wilden ze alles napraten. Het was om gek van te worden. Vanmorgen was hij samen met de kleintjes naar de bakker gegaan om een brood te kopen.
‘Goedemorgen bakker,’ had hij gezegd en alle kleintjes zeiden hem na.
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
‘Goedemorgen bakker.’
De bakker moest dus dertien keer ‘goedemorgen’ terugzeggen. Het is toch van de gekke. Maar het ergste was toen hij een bruin brood bestelde.
'Een bruin brood, graag,' vroeg hij aan de bakker.
'Een bruin brood, graag.
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
'Een bruin brood, graag.'
Hij kwam dus thuis met dertien bruine broden. Er moest echt wat gebeuren, Zo kon het niet langer
‘Nu ben ik het zat,’ zei hij en klapperde kwaad met zijn vleugels en stampte met zijn poten op de grond.
De kleintjes keken hem verbaasd aan, maar gaven al gauw antwoord.

‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’
‘Nu ben ik het zat.’

De pechvogel en de geluksvogel

 

Waarom heeft de een altijd pech en de ander altijd geluk. De pechvogel vind het niet eerlijk en wil heel graag wat van het geluk van zijn vriend de geluksvogel. Maar ja, hoe doe je dat? Dan heeft hij een idee.

Lees snel het nieuwe verhaal over de pechvogel en de geluksvogel.

Eindelijk naar de kapper

Wat een hete zomer

 

Pff. Wel warm, zo'n wollen trui.