De Koninklijke duizendpoot

Er was eens een prinses die helemaal gek was van schoenen. Ze had ze nooit geteld, maar het waren er vast meer dan duizend. Minstens drie keer per dag trok ze andere schoenen aan. Gewoon omdat ze het leuk vond. Ze reisde dagelijks door het land op zoek naar nieuwe schoenen. Ze had zelfs een paar knechten, die in het buitenland zochten naar speciale schoenen. Het moest toch niet gekker worden.
'Was ik maar een duizendpoot,' riep ze soms. 'Dan kon ik tenminste duizend schoenen tegelijk aan.'
De prinses heette Anne en was dus verslaafd aan schoenen. Zes schoenpoetsers waren elke dag aan het werk om al die schoenen netjes gepoetst klaar te hebben staan. Want als prinses Anne er aankwam, dan sprong iedereen in de houding en wachtten ze gespannen af welk paar schoenen ze deze keer uitkoos om te dragen.
'Vandaag begin ik met de gele schoenen. Die met een hoge hak en een gouden gesp,' riep ze op een dag.
De schoenpoetsers moesten ze dan snel de goede schoenen vinden. De prinses mocht natuurlijk niet lang wachten, zij was een koninklijke dame en dus superbelangrijk. Maar wanneer het een kwartiertje duurde, riep ze ongeduldig: 'Nou, komt er nog wat van. Ik sta niet op de trein te wachten.'
Dan liep ze al een beetje rood aan en wee je gebeente als je niet binnen tien tellen voor haar stond met de juiste schoenen. Lukte dat niet, dan kon je vertrekken en hoefde je niet meer terug te komen. 
'Ik wil geen luie slampampers om mij heen,' zei ze dan met een hoog stemmetje.

Op een nacht lag prinses Anne te woelen in haar bed. Schoenen, schoenen, schoenen. Ze droomde over schoenen op de straten, schoenen in de bomen, schoenen in de lucht. Overal zag ze schoenen en zij wilde ze allemaal aan. Voor de zoveelste keer dacht ze: 'Was ik maar een duizendpoot. Dan kon ik tenminste duizend schoenen tegelijk aan.'
Opeens schrok ze wakker en zag door het raam een vallende ster. 'Oh, ik mag een wens doen,' fluisterde ze slaperig, terwijl ze nog steeds aan de duizendpoot dacht.
Opeens zag ze een flits, net als bij onweer, maar dan zonder knal. En nog een flits. Prinses Anne snapte niet zo gauw wat er gebeurde, maar haar kamer leek ineens veel groter; ook haar bed was wel honderd keer zo groot geworden.
'Wat is er gebeurd?' dacht ze verschrikt. 'Hoe kan alles zo groot geworden zijn?'
Op het moment dat ze onder de dekens keek, schrok ze zich een hoedje. Daar lagen geen twee mooie prinsessen benen, maar duizend pootjes. En aan elk pootje zat een prachtige schoen. Ze trippelde snel met duizend pootjes naar de spiegel en zag dat ze een duizendpoot was geworden. Prinses Anne viel flauw.
Toen ze even later weer bijkwam, was ze nog steeds een duizendpoot. Haar droom was uitgekomen. Dat kwam natuurlijk door de vallende ster. 
Enthousiast pakte ze haar blauwe tas en trippelde naar buiten. Ze liep door het bos, ze klom over takjes en gleed over blaadjes. Plotseling kreeg ze een dikke regendruppel op haar kop, ze was meteen helemaal kletsnat. Ook al haar schoenen waren nat.
Zuchtend trok prinses Anne alle duizend schoenen uit om ze in de zon te laten drogen. Wauw, wat waren het er veel en wat waren ze mooi. Tot nu toe vond ze het geweldig om een duizendpoot te zijn. Ineens zag ze een andere duizendpoot, met hele mooie kleren aan en een hoed op met een veer.
'Hallo, wat ben jij mooi,’ zei hij met een zware stem. 'Zullen we samen een wandelingetje door het bos maken?'
Prinses Anne wist niet wat haar overkwam. Zo’n knappe man die met haar wilde wandelen? Ze werd er verlegen van. Opeens besefte dat ze daar met haar blote voeten zat, duizend blote voeten. Ze kreeg een rode kleur en stamelde: 'Graag, maar ik moet nog wel even duizend schoenen aantrekken.'
'Daar zal ik je wel bij helpen,' zei de knappe duizendpoot. Hij knielde voor haar neer, pakte teder haar pootje en schoof voorzichtig een gele schoen met een gouden gesp aan haar voet. Dat deed hij duizend keer. Aan elke voet een andere schoen. Anne kreeg er kriebels van in haar buik. 'Zou ze soms verliefd zijn?'
 
Samen wandelden ze door het bos. Ze klommen over takjes en gleden over blaadjes.
‘Ik moet je iets vertellen,’ zei Anne. 'Ik ben eigenlijk een prinses.' 
Hij keek haar aan met zijn mooie blauwe ogen, deed zijn hoed met de veer af en zei: 'Ik moet jou ook wat zeggen, lieve prinses' zei hij met een twinkeling in zijn ogen. 'Ik ben eigenlijk een prins.'

Plotseling was er een flits. Het leek wel onweer. En nog een flits. Anne snapte niet zo gauw wat er nu weer gebeurde, maar ineens lag ze weer in haar bed. Ze keek onder de dekens en daar lagen gewoon twee benen. Ze was weer een mens.
Het was dus toch een droom, maar wel een fijne. Ze dacht nog vaak aan haar prins met de mooie kleren en de hoed met een veer.


1 opmerking:

  1. Nicolai vind dit verhaal niet zo leuk omdat het niet zo spannend is….

    BeantwoordenVerwijderen