De mini-sinterklaas

Sinterklaas, Sinterklaas,’ schreeuwden zes pieten door elkaar toen ze allemaal tegelijk naar Sinterklaas renden. Ze buitelden over elkaar heen en kwamen holderdebolder tot stilstand vlak voor de voeten van hun baas. 'Sinterklaas, we hebben iets geweldigs ontdekt,' schreeuwden ze door elkaar.
De Sint verstond er niets van. 'Stop,' riep hij, 'wie van jullie is de oudste?'
'Ik, Sinterklaas,' antwoordde Rico en sprong al naar voren om het nieuws te vertellen.
'En wie is de jongste?'
'Ik, Sinterklaas,' klonk een klein stemmetje vanonder de kluwen benen en armen vandaan.
'Hoe heet jij,' vroeg de Sint.
'Pleuntje, ik ben een pietenmeisje.'
'Oké, Pleuntje, vertel jij dan maar eens wat er zo belangrijk is, dat jullie hier met z'n allen zo luid schreeuwend komen binnenstormen.'
Onder de jaloerse blikken van de andere pieten vertelde Pleuntje het grote nieuws.
‘Elk jaar groeit het aantal pakjes dat we meenemen naar Nederland,' zei Pleuntje, 'en niet alleen zijn het meer pakjes, maar ze worden ook steeds groter.'
De Sint knikte, dat was inderdaad een probleem en wanneer er geen oplossing voor gevonden werd, moesten ze misschien wel een extra pakjesboot achter de stoomboot hangen. Maar dat was eigenlijk te gevaarlijk op zee, met al die wind en golven.
Wij hebben iets geweldigs uitgevonden,' vertelde Pleuntje glunderend. 'Een middeltje dat alle pakjes verkleint en niet zomaar een klein beetje, maar precies tien maal zo klein. Een fiets is dan bijvoorbeeld nog maar zo groot als een telefoon en een voetbal nog maar zo groot als een knikker.'
'Dat is fantastisch,' zei de Sint, 'dan hebben we ook niet meer zo'n grote pakjesboot nodig.'
'Nee,' zei Pleuntje trots.
'Maar hoe worden de pakjes dan weer groot?'
'We hebben een rood flesje om alles klein te maken en een blauw flesje om alles weer groot te maken. Je hoeft er maar een paar druppels op te doen en ta-da het cadeautje is klein geworden.'
De Sint knikt enthousiast, 'mag ik dat eens zien?'
'Tuurlijk Sint,' zei Pleuntje vrolijk. Ze keerde zich om en liep naar Rico om het flesje Van Rico aan te pakken.
'Voorzichtig hoor,' fluisterde Rico een beetje angstig. Hij had het eigenlijk zelf willen laten zien.
Met het rode flesje voor zich uit liep Pleuntje voorzichtig terug naar Sinterklaas en toen gebeurde er iets wat niemand had verwacht. Ze struikelde over een pepernoot en viel voorover. Terwijl ze viel, wilde ze om zich heen grijpen om iets vast te grijpen, maar per ongeluk ging het dopje van het flesje af.  Oh, oh, er vielen een paar druppels op Sinterklaas. De pieten schrokken zich een hoetepetoetje en sprongen naar voren om te helpen. Maar plotseling stonden ze met de hand voor de mond naar Sinterklaas te kijken. Ze hielden hun adem in en niemand durfde wat te zeggen. Ze stonden allemaal paf. Voor hen stond een klein Sintje, zo groot als een pop. De Sint was tien keer zo klein geworden en het was de schuld van Pleuntje.
'Snel,' gilde Rico, 'haal het blauwe flesje. Nee, jij niet Pleuntje, jij doet niets meer, je hebt al kwaad genoeg gedaan.'
Even later stond Rico met het blauwe flesje voor de Sint en gooide snel een paar druppels over de Sint. Er gebeurde niets, de Sint bleef klein. Ook toen Rico het hele flesje leeg had gedruppeld, was de Sint nog steeds zo klein als een pop.
Het werkte jammer genoeg alleen maar op cadeautjes en niet op mensen.
De Sint zat op de stoel en keek omhoog naar de pieten. 'Hoe moet dat nu,' zei hij met een piep-stemmetje. 'Ik kan toch niet naar Nederland als ik zo klein ben?'
'Aah,' zei Pleuntje ineens, 'wat lief, zo klein. Kijk eens naar die schattige handjes en dat piepkleine baardje.'
'Pleuntje,' bulderde Rico zo hard dat ze ondersteboven rolde, 'doe niet zo stom. Dit is niet schattig, dit is heel erg.'
'Sorry Sintje, eh ik bedoel Sinterklaas.'
'Pleuntje jij gaat naar boven en je vindt een nieuw middeltje uit, zodat de Sint weer groot kan worden.'
Zo kwam het ervan dat de piepkleine Sint toch zo mee moest naar Nederland. Pleuntje bleef in Spanje om te werken aan een middeltje dat hem weer groot zou maken..

In Nederland stonden op de kade langs het water duizenden kinderen te wachten op de stoomboot met Sinterklaas en de pieten. En natuurlijk keken ze uit naar de pakjesboot, want alle kinderen wilden een cadeautje. Toen ze de rook uit de schoorsteen van de boot zagen en de harde toeter hoorden, begonnen ze allemaal sinterklaasliedjes te zingen.
De grote mensen en de kinderen stonden achter een hek, maar helemaal vooraan stond de burgemeester. Hij was de belangrijkste meneer van het dorp en hij zou de Sint welkom heten in zijn dorp.
Toen de boot stil lag en de treeplank werd neergelegd als een bruggetje van de boot naar de kade, zocht de burgemeester naar de Sint. Hij zag wel honderden pieten die allemaal zwaaiden of gekke fratsen uithaalden. Maar waar was de Sint. Toen ineens zag hij een pop lopen over de treeplank, een sinterklaaspop. Maar het was geen pop, het was de echte Sinterklaas. De burgemeester wreef eens in zijn ogen, dit moest hij vast verkeerd hebben gezien. Zoiets bestond natuurlijk niet. Toch was het de echte Sinterklaas, maar dan piepklein.
Toen iedereen een beetje van de schrik was bekomen, zei de burgemeester plechtig: 'Welkom in ons dorp Sinterklaas.'
'Dag burgemeester en dag kinderen,' zei Sinterklaas in de microfoon zodat iedereen het goed kon horen. Alleen hij had een raar piepstemmetje en iedereen hoorde het met verbazing aan. Toen werd het heel stil, niemand durfde er wat te zeggen. Totdat er een begon te lachen en het duurde niet lang of alle grote mensen en kinderen schaterden van het lachen. Er was een piepklein Sinterklaasje in hun dorp aangekomen met een piepstemmetje. Het was toch om te lachen. de mensen kwamen niet meer bij. Ook toen Sinterklaas op zijn paard ging zitten, dat al die tijd geduldig stond te wachten, bleven ze lachen. Zo'n klein Sinterklaasje dat op een groot paard zat en een rondje door het dorp reed.
Om je rot te lachen. 

Maar de sint vond het helemaal niet leuk. 'Ik ben nog kleiner dan de kinderen,' mopperde hij. 'Bel eens even naar Pleuntje of ze al wat uitgevonden heeft, zodat ik weer groter wordt.'
Pleuntje zei dat ze bijna een speciaal drankje had uitgevonden, zei de hoofdpiet die Pleuntje net over de telefoon had gesproken.
'Ja, bijna, bijna, daar heb ik niets aan.'
Het kleine Sintje zat ondertussen op de grote sinterklaasstoel en alle kinderen zongen liedjes voor hem. 
'Ik kan het grote sinterklaasboek niet eens optillen,' mopperde het Sintje weer. 'oh, wat heb ik toch een nare verjaardag.'
Maar dat was simpel opgelost toen Rico een paar druppels op het boek sprenkelde. Het boek werd net zo klein als Sinterklaas.
Toen belde Pleuntje met het goede bericht dat ze een drankje had uitgevonden waar de Sint weer groot van zou worden. Ze zou zo snel mogelijk in het vliegtuig stappen en naar Nederland komen. De Sint kon bijna niet wachten tot ze er was.
Een paar uur later kwam Pleuntje hijgend aanrennen met een flesje in de hand.
'Hier ben ik Sint.' Ze gaf het flesje aan de Sint. 'U moet precies drie slokjes nemen. Niet meer hoor.'
De Sint hoorde het niet eens. Hij griste het flesje uit de hand van Pleuntje en slokte in een keer het hele flesje leeg. 'Oh nee,' zei Pleuntje, 'dat is veel meer dan drie slokjes.
'Het werkt,' juichte de Sint toen hij een beetje groter werd. Heel langzaam werd hij groter, steeds groter. Maar toen hij zo groot was als een mens, werd hij nog steeds groter. Groter en groter. Hij werd zo groot als een huis.
'Wat gebeurt er?' schreeuwde de Sint van bovenaf.
'U heeft te veel slokjes genomen,' jammerde Pleuntje.
'Vlug,' zei Rico die er ook bij kwam, 'haal dat flesje om de cadeautjes kleiner te maken. Toen gooiden ze elke keer een druppeltje op de Sint en elke keer werd hij een stukje kleiner. Na acht druppeltjes was de Sint weer precies zo groot als het hoorde. Iedereen zuchtte van opluchting. Hun Sint was weer normaal.
Nu kon de Sint weer normaal praten en de kinderen cadeautjes geven. 
En Pleuntje?
Pleuntje moest terug naar de pietenschool. Misschien mocht ze dan volgend jaar echt mee met de boot naar Nederland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten